Dit reglement bevat zowel de regeling voor de Klachtenfunctionaris als het reglement voor het
behandelen van geschillen door de Geschilleninstantie. Stichting Klachtenregeling.nl voert beide
regelingen uit ten behoeve van natuurlijke Zorgverleners die beroepsmatig zorg verlenen dan wel
Zorgaanbieders. Deze regelingen voldoen aan de eisen ingevolge de Wkkgz (Wet kwaliteit, klachten
en geschillen zorg).
Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:

  1. Het doel van de Stichting en de wijze waarop de Stichting is ingericht, de Organen die daarvan
    deel uitmaken, de samenstelling van het Bestuur, alsmede de taken en bevoegdheden van de
    Organen en het Bestuur zijn vastgelegd in de Statuten van de Stichting.
  2. In de Statuten is gewaarborgd dat het Bestuur uitdrukkelijk niet treedt in de processuele
    behandeling van, de inhoudelijke beoordeling van, alsmede het Advies en de Beslissing ten
    aanzien van Klachten die aan de Klachtenfunctionaris of de Geschilleninstantie zijn of kunnen
    worden voorgelegd.
  3. Het Bestuur draagt zorg voor de bureau-organisatie en het secretariaat van de
    Klachtenfunctionaris en de Geschilleninstantie.
    3
    Versie 1.0 december 2017
    DEEL II: KLACHTENBEHANDELING
    PROCEDURE
    Artikel 1. Aanmelden van een Klacht
  4. Een Klager kan een Klacht indienen over gedragingen van de Zorgaanbieder in het kader van de
    Zorg tot 5 jaar na dag dat Klager bekend is geworden met het feit of de gebeurtenis waarover
    geklaagd wordt.
  5. Een Klacht wordt schriftelijk ingediend bij de Klachtenfunctionaris. Klager kan daarvoor gebruik
    maken van het klachtenformulier, maar dat hoeft niet. De Klager kan zich bij het indienen van
    een Klacht laten bijstaan. Op verzoek van Klager assisteert de Klachtenfunctionaris bij het
    indienen en/of formuleren van de Klacht.
    Artikel 2 Behandeling van de Klacht
  6. De Klachtenfunctionaris stuurt na ontvangst van de Klacht deze direct door naar de
    Zorgaanbieder. Indien de Klachtenfunctionaris mogelijkheden ziet om de Klacht in der minne
    tussen Klager en Zorgaanbieder op te lossen, dan kan de Klachtenfunctionaris een daartoe
    strekkend Advies uitbrengen aan Klager en/of de Zorgaanbieder. De Zorgaanbieder informeert
    de Klachtenfunctionaris binnen twee weken of in der minne een oplossing is bereikt. Indien dit
    niet het geval blijkt, gaat de Klachtenfunctionaris over tot behandeling van de Klacht.
  7. Van alle stukken die de Klachtenfunctionaris ontvangt, zendt deze een kopie toe aan de
    wederpartij c.q. Partijen en stelt hen daarbij in de gelegenheid daarop schriftelijk te reageren.
  8. De Klachtenfunctionaris stelt een datum vast waarop de Klacht wordt behandeld. De
    behandeling vindt plaats op een voor Klager goed te bereiken en toegankelijke plaats en indien
    de situatie van Klager daarom vraagt, bij Klager thuis. De Klachtenfunctionaris stelt zowel de
    Zorgaanbieder als de Klager in de gelegenheid hun standpunt toe te lichten.
  9. De Klachtenfunctionaris kan besluiten dat in voorkomende gevallen schriftelijke toelichtingen
    voldoende zijn.
  10. De Klachtenfunctionaris kan extra deskundigen raadplegen indien dit naar zijn/haar oordeel
    voor een juiste behandeling van de Klacht noodzakelijk is.
  11. De Klager kan zijn Klacht schriftelijk intrekken tijdens de procedure. De behandeling door de
    Klachtenfunctionaris wordt hierop gestaakt.
  12. De Klager ontvangt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken na indiening van de
    Klacht, een schriftelijke mededeling van de Zorgaanbieder waarin met redenen omkleed is
    aangegeven tot welk oordeel het onderzoek van de Klacht heeft geleid, welke beslissingen de
    Zorgaanbieder over en naar aanleiding van de Klacht heeft genomen en binnen welke termijn
    maatregelen waartoe is besloten, zullen zijn gerealiseerd. De Zorgaanbieder wijst de Klager op
    de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Geschilleninstantie waarbij de Zorgaanbieder is
    aangesloten.
    4
    Versie 1.0 december 2017
  13. De Klachtfunctionaris geeft, met inachtneming van de op grond van lid zeven en tien voor de
    Zorgaanbieder geldende termijnen, één van de volgende adviezen:
  1. Na afloop van de behandeling van de Klacht ontvangt Klager een schriftelijke beslissing van
    de Zorgverlener, gebaseerd op het advies van de Klachtenfunctionaris, en waarin met
    redenen is omkleed tot welke uitkomst het onderzoek van de Klacht heeft geleid, welke
    beslissingen er over en naar aanleiding van de Klacht zijn genomen en binnen welke termijn
    de maatregelen waartoe is besloten zullen zijn gerealiseerd. De Zorgverlener wijst Klager in
    zijn beslissing erop dat Klager de mogelijkheid heeft om zijn Klacht voor te leggen aan de
    Geschilleninstantie.
  2. Indien het vereiste zorgvuldige onderzoek van een Klacht daartoe naar het oordeel van de
    Klachtenfunctionaris noodzaakt, kan de Klachtenfunctionaris de in lid zeven genoemde
    termijn met ten hoogste vier weken verlengen. De Klachtenfunctionaris doet daarvan voor
    het verstrijken van de termijn schriftelijk mededeling aan de Klager met een afschrift aan de
    Zorgverlener.
  3. Indien de Klachtenfunctionaris oordeelt dat de Klacht niet-ontvankelijk is; de
    Klachtenfunctionaris onbevoegd is van de Klacht kennis te nemen of dat de Klacht gegrond is
    maar voortkomt uit omstandigheden die niet binnen het bereik van de Zorgaanbieder liggen,
    geeft de Klachtenfunctionaris bij de beslissing een advies aan de Klager gericht op de
    mogelijkheid de Klacht bij de daarvoor meer geëigende instantie in te dienen.
  4. In spoedeisende gevallen neemt de Klachtenfunctionaris direct na ontvangst van de Klacht
    een voorlopige beslissing en deelt deze mee aan de Zorgaanbieder en aan de Klager.
    Artikel 3 Doorverwijzen naar de Geschilleninstantie
  5. De Klachtenfunctionaris brengt geen Advies uit indien op grond van de feiten en
    omstandigheden van de Klacht de Klachtenfunctionaris zich niet in staat acht om een advies uit
    te brengen.
  6. Indien geen Advies wordt uitgebracht, stuurt De Klachtenfunctionaris de Klacht ter verdere
    behandeling door naar de Geschilleninstantie en doet daarvan mededeling aan Partijen.
    Artikel 4 Gevolg van de uitspraak
    Indien de Klacht geheel of gedeeltelijk gegrond is verklaard door de Klachtenfunctionaris stuurt de
    Zorgaanbieder binnen twee weken na ontvangst van de uitspraak een schriftelijke en gemotiveerde
    reactie op de uitspraak aan de Klager, en een afschrift hiervan aan de Klachtenfunctionaris. In het
    geval dat de Klachten tevens aanbevelingen heeft gedaan gericht op maatregelen ten aanzien van de
    Klager, bevat deze reactie het voornemen van de instelling hoe met het advies van de
    Klachtenfunctionaris zal worden omgegaan.
    5
    Versie 1.0 december 2017
    ALGEMENE BEPALINGEN
    Artikel 5 Vertegenwoordiging
    De Klager zowel als de Zorgaanbieder kunnen zich bij de behandeling van de Klacht laten
    vertegenwoordigen, en/of zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. De Klachtenfunctionaris
    kan, indien hij/zij dit nodig oordeelt, de vertegenwoordiger respectievelijk de vertrouwenspersoon
    verzoeken een schriftelijke verklaring over te leggen waaruit zijn machtiging blijkt. Tegen de
    weigering van de Zorgaanbieder om iemand in het kader van de zorgverlening als Vertegenwoordiger
    aan te merken, kan zelfstandig en schriftelijk een Klacht worden ingediend.
    6
    Versie 1.0 december 2017
    Artikel 6 Geheimhouding
  7. De Klachtenfunctionaris en voorts een ieder die bij de behandeling van de klacht wordt
    betrokken is tot geheimhouding verplicht ten aanzien van alle de Partijen betreffende
    gegevens die hem/haar bij de behandeling van de Klacht ter kennis zijn gekomen.
  8. De Klachtenfunctionaris deelt Partijen en overige bij de Klacht betrokkenen voorafgaand aan
    elke behandeling van de Klacht de in lid 1 omschreven plicht mee.
    Artikel 7 Het verstrekken van inlichtingen
    De Zorgaanbieder verstrekt aan de Klachtenfunctionaris inlichtingen voor zover deze de Klacht
    betreffen. De Klager wordt geacht hiervoor toestemming te hebben verleend, met uitzondering van
    medische informatie waarvoor expliciet schriftelijke toestemming moet worden verleend.
    Wanneer de Klacht door een ander dan de Cliënt is ingediend, kan zonder schriftelijke toestemming
    van de Cliënt geen informatie over de cliënt worden gegeven.
    Artikel 8 Bezwaar maken tegen de behandeling van een klacht door de Klachtenfunctionaris
    Klager kan bezwaar maken tegen de behandeling van de Klacht door de Klachtenfunctionaris. Het
    bezwaar moet worden gemotiveerd. Het Bestuur beoordeelt het bezwaar. Indien het Bestuur het
    bezwaar gegrond acht, neemt een plaatsvervanger de behandeling van de Klacht over. De in artikel 2
    lid 7 vermelde termijn wordt opgeschort gedurende de behandeling van het bezwaar van Klager.
    Artikel 9 Terugtreden van de Klachtenfunctionaris
    De Klachtenfunctionaris trekt zich terug, indien zijn onpartijdigheid niet is gewaarborgd. Een
    plaatsvervanger neemt de behandeling van de Klacht over.
    Artikel 10 Kosten
    Voor een Klager zijn geen kosten verbonden aan het indienen van een Klacht.
    Wanneer een Klager (juridische) raadspersonen of deskundigen heeft ingeschakeld, komen de kosten
    hiervan voor rekening van Klager.
    DEEL III: GESCHILLENINSTANTIE
    Artikel 11 Taak
  9. De Geschilleninstantie heeft tot taak Geschillen over de gedragingen van een zorgaanbieder
    jegens een Cliënt in het kader van de Zorgverlening te beslechten.
  10. Een Geschil kan aan de Geschilleninstantie ter beslechting worden voorgelegd indien:
    a. Is gehandeld in strijd met de interne klachtregeling van de Zorgverlener/Zorgaanbieder.
    b. Met het oordeel van de Zorgaanbieder, naar aanleiding van de door Cliënt ingediende
    Klacht op grond van de Klachtenregeling van de Zorgverlener/Zorgaanbieder, de klacht
    in onvoldoende mate wordt weggenomen.
    c. Van de Cliënt in redelijkheid niet kan worden verlangd dat deze onder de gegeven
    omstandigheden zijn klacht over een gedraging van de Zorgaanbieder in het kader van
    de zorgverlening bij de Zorgaanbieder indient.
  11. Indien er sprake is van door Cliënt geleden zaak- en/of personenschade, en Cliënt vergoeding
    daarvan vordert, is de Geschilleninstantie bevoegd om een vergoeding toe te kennen tot een
    totaalbedrag van € 25.000,– ten laste van de Zorgverlener.
  12. De Geschilleninstantie doet in een Geschil uitspraak door middel van een bindend advies of
    door een schikking tussen partijen te bevorderen.
    7
    Versie 1.0 december 2017
    Artikel 12 Bevoegdheid
    De Geschilleninstantie is bevoegd een aanhangig gemaakt Geschil te behandelen, indien Cliënt
    verklaart zich aan het bindend advies van de Geschilleninstantie te onderwerpen.
    Artikel 13 Ontvankelijkheid
  13. De Geschilleninstantie is niet bevoegd om kennis te nemen van een geschil dat niet voldoet
    aan de eisen van artikel 11 lid 1, tenzij partijen daartoe eensluidend en zonder voorbehoud
    aan de Geschilleninstantie verzoeken dat geschil toch te behandelen.
  14. De Geschilleninstantie verklaart de Cliënt niet ontvankelijk in zijn vordering met betrekking tot
    zaak- en/of personenschade, wanneer deze niet binnen een termijn van vijf jaar na de aanvang
    van de dag, volgende op die waarop de Cliënt met de schade bekend is geworden, schriftelijk
    bij de Zorgaanbieder is ingediend.
  15. De Zorgaanbieder zal een Klacht, zoals genoemd in artikel 11 lid 2 sub b binnen drie maanden
    na het voorleggen, afhandelen. Indien de Klacht niet binnen die termijn is afgehandeld, wordt
    deze klacht geacht niet tot tevredenheid van de Cliënt te zijn afgehandeld.
  16. Indien de Klacht niet tot tevredenheid van de Cliënt door de Zorgaanbieder is afgehandeld, kan
    de Cliënt tot uiterlijk 12 maanden na de datum waarop de Cliënt de klacht bij de
    Zorgaanbieder indiende, op de wijze zoals omschreven in artikel 14 lid 1 aanhangig maken bij
    de Geschilleninstantie, met het verzoek daarover een uitspraak te doen.
  17. De in het derde lid bepaalde termijn wordt door de Geschilleninstantie niet ambtshalve
    toegepast, doch slechts indien daarom door de wederpartij in het geschil bij eerste
    gelegenheid wordt verzocht. Niettemin kan de Geschilleninstantie, wanneer een zodanig
    verzoek wordt gedaan, besluiten het geschil toch in behandeling te nemen, indien de Cliënt ter
    zake van de niet naleving van bedoelde termijn naar het oordeel van de Geschilleninstantie
    redelijkerwijs geen verwijt treft.
  18. De Geschilleninstantie behandelt een Geschil niet indien:
    a. het een geschil betreft over de niet-betaling van een factuur, voor zover deze niet
    samenhangt met een Klacht over gedragingen van de Zorgaanbieder in het kader van de
    Zorgverlening al dan niet in combinatie met een vordering tot vergoeding van zaaken/of personenschade.
    b. het een geschil betreft waarover reeds bij de burgerlijke rechter een procedure
    aanhangig is gemaakt of waarin deze reeds een uitspraak over de inhoud van het geschil
    heeft gedaan.
    c. tijdens de behandeling aannemelijk wordt, dat de totale schade meer bedraagt dan
    € 25.000,– tenzij de Cliënt bereid is te verklaren – op grond van feiten en
    omstandigheden die hij redelijkerwijs kon weten tijdens de behandeling van het geschil –
    zijn vordering te beperken tot € 25.000,– en afstand te doen van het meerdere.
    d. over de gedraging waarover de Klacht is ingediend reeds door een andere
    geschilleninstantie een bindend advies is uitgebracht.
    Artikel 14 Het aanhangig maken van geschillen
  19. Ten behoeve van het voorleggen van een geschil aan de Geschilleninstantie stelt de
    Geschilleninstantie een door de Cliënt in te vullen vragenformulier ter beschikking.
  20. Het vragenformulier kan zowel schriftelijk als elektronisch worden ingediend.
  21. Bij het aanhangig maken van het Geschil dient de Cliënt schriftelijk kenbaar te maken dat hij de
    uitspraak van de Geschilleninstantie als bindend aanvaardt.
    8
    Versie 1.0 december 2017
  22. De Cliënt dient er mee in te stemmen dat de Zorgaanbieder alle naar het oordeel van de
    Zorgaanbieder relevante gegevens, inclusief medische en paramedische behandelgegevens,
    aan de Geschilleninstantie verstrekt voor de behandeling van het geschil.
  23. De Geschilleninstantie kan in ieder stadium van de procedure en ten behoeve van een
    effectieve en efficiënte behandeling van het geschil aan partijen verzoeken nadere informatie
    te verstrekken over het verloop van het voortraject tot en met de Klachtprocedure of om
    aanvulling verzoeken van de uiteenzettingen van partijen en om overlegging van bescheiden of
    kopieën daarvan verzoeken.
  24. Naast de Cliënt kan een Geschil worden voorgelegd door een nabestaande van een overleden
    Cliënt en door een vertegenwoordiger van de Cliënt, waaronder tevens wordt verstaan een
    persoon die door de Zorgaanbieder ten onrechte niet als vertegenwoordiger is aangemerkt.
    Een Geschil kan daarnaast worden voorgelegd door een stichting of vereniging met volledige
    rechtsbevoegdheid, mits een belang in het geding is dat de stichting of vereniging volgens haar
    statuten behartigt.
    Artikel 15 Kosten
  25. Degene die een geschil aanhangig maakt is aan de Geschilleninstantie een griffierecht
    verschuldigd. Indien geen aanspraak wordt gemaakt op schadevergoeding bedraagt het
    griffierecht € 50,=. Indien tevens schadevergoeding wordt gevorderd zal een griffierecht
    worden berekend op basis van de regels voor de heffing van griffierechten in kantonzaken,
    met een maximum van € 125,00.
  26. Degene tegen wie een Geschil aanhangig wordt gemaakt, is geen griffierecht verschuldigd.
  27. Aan on- en minvermogenden zal geen griffierecht in rekening worden gebracht, mits wordt
    aangetoond dat er sprake is van inkomen en/of vermogen dat ligt onder de daartoe voor de
    Raad voor Rechtsbijstand gehanteerde grenzen voor het in aanmerking komen voor
    gefinancierde rechtshulp.
  28. Het in lid 1 bedoelde bedrag wordt door de Geschilleninstantie niet terugbetaald.
  29. Indien de Cliënt niet binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek voldoet aan het
    bepaalde in de artikelen 14 en 15 wordt het geschil niet in behandeling genomen. De
    Geschilleninstantie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen.
  30. Wordt het geschil door de Zorgaanbieder aanhangig gemaakt, dan wordt het geschil slechts in
    behandeling genomen indien de Cliënt daarmee instemt en voldoet aan het bepaalde in artikel
    12, waarna het geschil vervolgens verder behandeld wordt overeenkomstig de in dit reglement
    vastgelegde procedure voor het door de Cliënt aanhangig gemaakte geschil.
    Artikel 16 Bemiddeling
  31. Indien het Geschil en het standpunt van de Zorgaanbieder naar het oordeel van de
    Geschilleninstantie aanleiding geven tot het onderzoeken of een minnelijke regeling mogelijk
    is, zal een lid van de Geschilleninstantie de rol van Bemiddelaar op zich nemen.
  32. De Bemiddeling geschiedt in een door de Bemiddelaar te bepalen vorm.
  33. Artikel 14 lid 4 is van overeenkomstige toepassing. Daarnaast kan de Bemiddelaar in elk
    stadium van de behandeling verlangen dat aanvullend wordt gereageerd op de inbreng van de
    wederpartij.
  34. De Bemiddelaar kan, indien hij dit voor de Bemiddeling wenselijk acht, eenzijdig met partijen
    communiceren.
  35. De Bemiddelaar kan besluiten partijen uit te nodigen om, al dan niet persoonlijk, te
    verschijnen voor het verhelderen feiten, omstandigheden en de standpunten van partijen of
    ter beproeving van een minnelijke regeling.
    9
    Versie 1.0 december 2017
  36. De Bemiddelaar kan advies inwinnen van deskundigen. Het advies, alsmede de documenten
    die op verzoek van de deskundige door één partij zijn verstrekt, worden tevens ter beschikking
    gesteld aan partijen, tenzij de Bemiddelaar, al dan niet na een verzoek daartoe van één van
    partijen, anders oordeelt.
  37. De Bemiddelaar kan, indien hij dit wenselijk acht, informatie inwinnen bij getuigen.
  38. Partijen krijgen de gelegenheid kennis te nemen van hetgeen de wederpartij onder de
    aandacht van de Bemiddelaar heeft gebracht.
  39. Wanneer één van de partijen niet adequaat en voortvarend zijn medewerking verleent, ook
    niet nadat die partij daartoe in gebreke is gesteld, zal de Bemiddelaar daaraan de gevolgen
    verbinden die hij passend acht.
  40. Als partijen een minnelijke regeling bereiken, legt de Bemiddelaar die schriftelijk vast in een
    brief of, indien partijen dit wensen, in een vaststellingsovereenkomst.
  41. Als een minnelijke regeling is overeengekomen, sluit de Geschilleninstantie de behandeling
    van de Klacht.
  42. Als de Bemiddelaar van oordeel is dat de een Klacht zich niet leent voor Bemiddeling of
    constateert dat het niet mogelijk is om door Bemiddeling tot een oplossing te komen, verwijst
    de Bemiddelaar de zaak terug naar de Geschilleninstantie.
  43. Wraking van de Bemiddelaar is mogelijk. De wrakingsregeling van dit reglement is van
    toepassing.
    Artikel 17 De behandeling van geschillen
  44. De Voorzitter bepaalt op grond van de aard van het Geschil of deze enkelvoudig of meervoudig
    behandeld zal worden. Hij let daarbij onder meer op de voor de behandeling vereiste
    deskundigheid en of al eerder uitspraken over de in de klacht voorgelegde vragen is gedaan.
  45. Indien de Voorzitter van mening is dat een Geschil enkelvoudig kan worden behandeld, wordt
    daartoe pas overgegaan nadat partijen in de gelegenheid zijn gesteld zich hierover uit te laten.
  46. De Voorzitter wijst de leden aan die aan de behandeling van het Geschil deelnemen.
  47. Aan de meervoudige behandeling nemen een oneven aantal leden deel, onder wie de
    Voorzitter of een door hem aangewezen Vicevoorzitter of ander lid dat aan de eisen voor
    benoeming tot Voorzitter voldoet. Aan de meervoudige behandeling nemen daarnaast deel
    een of meer leden benoemd op voordracht van het Bestuur, na verkregen goedkeuring van de
    aangesloten organisatie van Zorgaanbieders waartoe degene behoort tegen wie het geschil
    aanhangig is, en een of meer leden benoemd na goedkeuring van de Cliënten- of
    patiëntenorganisatie(s) van Cliënt. De organisaties van Zorgaanbieders en Cliënten- of
    patiëntenorganisatie(s) zullen met een gelijk aantal leden zitting nemen.
  48. De enkelvoudige behandeling van een Geschil geschiedt door de Voorzitter of een
    Vicevoorzitter of een door de Voorzitter aangewezen lid van de Geschilleninstantie die geen
    Vicevoorzitter is. De behandelaar dient een meester in de rechten te zijn met kennis en
    ervaring ten aanzien van het civiele recht, geschilbeslechting en gezondheidsrecht.
  49. De Geschilleninstantie kan besluiten de behandeling van een geschil niet voort te zetten,
    indien zij van oordeel is dat het onderwerp van geschil aan een onderzoek van een deskundige
    dient te worden onderworpen en de Cliënt zijn medewerking aan het onderzoek weigert of
    anderszins het onderzoek naar het oordeel van de Geschilleninstantie niet mogelijk is.
    10
    Versie 1.0 december 2017
  50. De Geschilleninstantie stelt de Zorgaanbieder schriftelijk in kennis van het in behandeling
    nemen van het geschil en stelt het gedurende één maand in de gelegenheid zijn standpunt
    over het geschil schriftelijk aan de Geschilleninstantie kenbaar te maken. De
    Geschilleninstantie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen. De
    Geschilleninstantie verzoekt de Zorgaanbieder de daarvoor in aanmerking komende medisch
    specialist(en), hulpverleners en/of andere bij de Zorgaanbieder werkzame perso(o)n(en) in
    kennis te stellen van het geschil.
  51. Het in het lid 6 bedoelde standpunt wordt door de Geschilleninstantie in afschrift aan de Cliënt
    gezonden, die daarop binnen twee weken schriftelijk een weerwoord bij de Geschilleninstantie
    kan indienen. Een afschrift daarvan wordt aan de Zorgaanbieder toegezonden. De
    Geschilleninstantie kan de termijn van twee weken bekorten of verlengen.
  52. Partijen hebben het recht zich bij de behandeling van een geschil door derden te laten bijstaan
    of vertegenwoordigen.
  53. Indien de Geschilleninstantie dit nodig acht of indien één of beide partij(en) hiertoe de wens te
    kennen geven, worden zij opgeroepen teneinde mondeling te worden gehoord. De
    Geschilleninstantie stelt plaats, dag en uur vast en stelt partijen daarvan op de hoogte.
  54. Mondelinge behandelingen vinden plaats in de regio van Cliënt en op locaties die goed
    bereikbaar en toegankelijk zijn voor partijen, waarbij in voorkomende gevallen rekening zal
    worden gehouden met eventuele beperkingen die daarop van invloed zijn. Indien noodzakelijk
    zal de behandeling plaatsvinden bij Cliënt thuis.
  55. Partijen kunnen getuigen of deskundigen meenemen en doen horen, tenzij een goede
    procesorde zich daartegen verzet. De namen en adressen dienen uiterlijk twee weken voor de
    zitting van de Geschilleninstantie aan haar te zijn opgegeven en worden uiterlijk één week
    voor de zitting door de Geschilleninstantie aan de wederpartij ter kennis gebracht.
  56. De Geschilleninstantie kan indien zij dat noodzakelijk acht zelf inlichtingen inwinnen, onder
    meer door het horen van getuigen of deskundigen, door het instellen van een onderzoek of
    door het doen instellen van een onderzoek door één of meer door haar aan te wijzen
    deskundigen. De Geschilleninstantie geeft daarvan kennis aan partijen.
  57. De Geschilleninstantie verstrekt een afschrift van het deskundigenrapport aan partijen, die
    daarop binnen twee weken schriftelijk bij de Geschilleninstantie kunnen reageren. De
    Geschilleninstantie kan de termijn van twee weken bekorten of verlengen.
  58. Indien het Geschil wordt ingetrokken, wordt de behandeling daarvan gestaakt.
    Artikel 18 Versnelde en vereenvoudigde behandeling
  59. Als het op grond van de Klacht zeer aannemelijk lijkt dat de Cliënt geen redelijk belang heeft bij
    een uitspraak, deze kennelijk ongegrond is of dat de Cliënt kennelijk niet-ontvankelijk is, wordt
    het geschil in een vereenvoudigde procedure behandeld door een enkelvoudige kamer van de
    Geschilleninstantie.
  60. Als de Zorgaanbieder niet enkel heeft verwezen naar het standpunt dat zij in de
    Klachtprocedure heeft ingenomen, krijgt de Cliënt de gelegenheid op het verweer van de
    Zorgaanbieder te reageren.
  61. Op de vereenvoudigde procedure zijn de bepalingen over de Uitspraak van de
    Geschilleninstantie van toepassing.
  62. Een uitspraak in een vereenvoudigde procedure is niet bindend en staat niet in de weg aan
    behandeling van de zaak door de gewone rechter.
  63. In de uitspraak wordt vermeld dat zij met toepassing van de vereenvoudigde procedure is
    gedaan.
    11
    Versie 1.0 december 2017
    Artikel 19 Bindend Advies
  64. De Geschilleninstantie doet uitspraak uiterlijk binnen zes maanden na voorlegging van het
    Geschil.
  65. Op verzoek van (één van) partijen, en indien uit de aard van het geschil en de daarbij
    betrokken belangen van (één van) partijen) blijkt dat de termijn van lid 1 niet kan worden
    afgewacht, zal de Geschilleninstantie op zo kort mogelijke termijn uitspraak doen. Partijen
    zullen worden geïnformeerd over het besluit van de Geschilleninstantie naar aanleiding van
    het verzoek.
  66. De Geschilleninstantie beslist met inachtneming van de regels van Nederlands recht en de
    tussen partijen gesloten overeenkomst. De Geschilleninstantie beslist met meerderheid van
    stemmen. De uitspraak wordt door de voorzitter ondertekend en schriftelijk aan partijen
    medegedeeld.
  67. Een bindend advies bevat, naast de beslissing, in elk geval:
    a. de namen van de leden van de Geschilleninstantie;
    b. de namen en woon- c.q. vestigingsplaatsen van partijen;
    c. de dagtekening van het bindend advies;
    d. de gronden voor de gegeven beslissing.
  68. Uitspraken van de Geschilleninstantie zullen geanonimiseerd elektronisch openbaar worden
    gemaakt via de website van de Geschilleninstantie.
  69. De Geschilleninstantie doet uitspraak over haar bevoegdheid, de ontvankelijkheid van partijen
    en het geheel of gedeeltelijk (on)gegrond zijn van de Klacht.
  70. De Geschilleninstantie kan voorts de navolgende beslissingen nemen:
  1. De Geschilleninstantie kan de oplossing, die door de Zorgaanbieder aan de Cliënt werd
    voorgesteld voordat deze het Geschil bij de Geschilleninstantie aanhangig maakte, maar die
    door de Cliënt niet werd geaccepteerd, bindend in haar uitspraak opleggen onder
    ongegrondverklaring van de Klacht.
  2. Indien de partijen bij de mondelinge behandeling tot een schikking komen, zal de
    Geschilleninstantie de inhoud daarvan in de vorm van een vaststellingsovereenkomst
    vastleggen. Het bepaalde in artikel 21 is in dat geval niet van toepassing.
  3. Van de vaststellingsovereenkomst op grond van lid 9 maakt deel uit de vermelding dat de
    indiener, in verband met de getroffen schikking, het geschil intrekt.
    Artikel 20 (Proces)kosten
  4. Indien de Klacht van de Cliënt door de Geschilleninstantie geheel of gedeeltelijk gegrond wordt
    bevonden, wordt in de uitspraak tevens bepaald, dat de Zorgaanbieder aan de Cliënt het door
    deze ingevolge artikel 15 betaalde griffierecht geheel of gedeeltelijk moet vergoeden.
  5. Het bepaalde in het eerste lid is eveneens van toepassing indien de Geschilleninstantie de
    Klacht weliswaar ongegrond acht, maar van oordeel is dat het Geschil desalniettemin op goede
    gronden aanhangig is gemaakt.
    12
    Versie 1.0 december 2017
  6. Indien het Geschil aanhangig is gemaakt door de Zorgaanbieder en de Klacht door de
    Geschilleninstantie geheel of gedeeltelijk ongegrond wordt bevonden, wordt in het bindend
    advies tevens bepaald, dat de Cliënt aan de Zorgaanbieder het bedrag geheel of gedeeltelijk
    moet vergoeden dat hij ingevolge artikel 15 had moeten betalen als hij zelf het geschil
    aanhangig had gemaakt.
  7. Tenzij kosten nodeloos zijn veroorzaakt, kan een indiener van een Geschil niet worden
    veroordeeld in de kosten van de behandeling daarvan. Indien sprake is van nodeloos
    veroorzaakte kosten bedraagt de kostenveroordeling niet meer dan vijfmaal het bedrag dat
    ingevolge artikel 15 aan de Geschilleninstantie verschuldigd is.
  8. Behoudens het bepaalde in lid 1 t/m 4 komen de door partijen ter zake van de behandeling
    van het Geschil gemaakte kosten voor hun eigen rekening, tenzij de Geschilleninstantie in
    bijzondere gevallen anders bepaalt. In een zodanig geval komen voor vergoeding door de
    geheel of gedeeltelijk in het ongelijk gestelde partij slechts in aanmerking de door de
    wederpartij in redelijkheid gemaakte kosten en wel tot een maximum van vijfmaal het bedrag
    dat ingevolge artikel 15, aan de Geschilleninstantie verschuldigd is.
    Artikel 21 Herstel van (schrijf)fouten
  9. De voorzitter van de Geschilleninstantie kan uit eigen beweging of op een binnen twee weken
    na de verzenddatum van de uitspraak door een partij schriftelijk gedaan verzoek een kennelijk
    rekenfout of schrijffout in het bindend advies herstellen, dan wel – indien de gegevens
    genoemd in artikel 20 lid 4 onder a tot en met c onjuist zijn vermeld – tot verbetering van die
    gegevens overgaan.
  10. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt in afschrift aan de wederpartij gezonden en
    schort de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van het bindend advies op, totdat op het verzoek
    is beslist.
  11. De wederpartij wordt twee weken in de gelegenheid gesteld op het verzoek als bedoeld in het
    eerste lid te reageren.
  12. Herstel of verbetering geschiedt middels schriftelijke mededeling aan partijen.
    Artikel 22 Samenstelling van de Geschilleninstantie
  13. De Geschilleninstantie bestaat uit een door het Bestuur in overleg met de Voorzitter te
    bepalen aantal onafhankelijke leden, waaronder een Voorzitter en één of meer vicevoorzitters.
  14. De Voorzitter en vicevoorzitters dienen de hoedanigheid van meester in de rechten te hebben.
    Indien de Geschilleninstantie bestaat uit één lid, dan heeft dit lid de hoedanigheid van meester
    in de rechten.
  15. Aan de Geschilleninstantie worden door het Bestuur één of meerdere (plaatsvervangende)
    secretarissen toegevoegd, die allen de hoedanigheid van meester in de rechten hebben. Zij
    hebben geen stem in de beraadslagingen en de uitspraak en kunnen niet worden gewraakt.
    Het secretariaat van de Geschilleninstantie wordt verzorgd door de Stichting.
  16. Alle leden worden benoemd door het Bestuur.
  17. Leden worden benoemd voor de duur van 4 jaar met de mogelijkheid om tweemaal
    herbenoemd te worden, in totaal derhalve maximaal 12 jaar. Een lid treedt af wanneer hij/zij
    de leeftijd van 75 jaar bereikt.
  18. Voorafgaand aan de benoeming van de Voorzitter en vicevoorzitters worden de aangesloten
    Zorgaanbieders en Cliëntenorganisaties geraadpleegd.
  19. Het Bestuur zal aan de aangesloten organisaties van Zorgaanbieders en Cliëntenorganisaties
    voorstellen doen voor leden die namens die organisatie deel zullen uitmaken van de
    Geschilleninstantie. Na verkregen instemming zal het Bestuur het lid benoemen.
    13
    Versie 1.0 december 2017